"In Broosheid dragen en gedragen worden, maakt gelukkig!" | Interview met Jan Steel
Jan Steel (51) is al zijn hele beroepsleven werkzaam in de zorgsector. Hij probeert zijn werk vanuit een franciscaans perspectief te beleven als zorg dragen in broosheid. Mede vanuit die religieuze inspiratie en vanuit een goddelijke roeping door mensen werd hij diaken, om in alle bescheidenheid voorganger en verbinder te zijn.
“Franciscus inspireert mij en mijn vrouw al langer: we zijn al vijf keer naar Assisi getrokken en zijn regelmatige bezoekers van het monasterium Zonnelied in Oostende. Ik probeer te leven vanuit een wijsheidsspreuk van Franciscus: ‘Gelukkig de mens die zijn naaste in al zijn broosheid draagt, zoals hij door hem gedragen zou willen worden.’ Dat vind ik een zeer zinvolle manier van in het leven staan.’’
Nabijheid
‘’Ik onderken daarin de kwetsbaarheid als centraal gegeven, in wederkerigheid. In onze branche, de psychiatrische zorg, ontmoeten we heel wat kwetsbaarheid. Maar wie gevoelig is, merkt die overal in de maatschappij. Voor de kerk lijkt me dat zo belangrijk: dat ze oog heeft voor mensen en zeker voor de mensen ‘in de periferie’, in de rand, zeg maar. Er is immers een heel grote vraag naar nabijheid en gemeenschap. Omgaan met kwetsbaarheid houdt vier facetten in: bescheidenheid, aanwezigheid, verbondenheid en moed. Bescheidenheid betekent dat ik besef en duidelijk maak dat ook ik zwak ben en niet alle antwoorden heb – ook niet als leidinggevende.
Uiteraard behoort het tot onze taak te organiseren, te regelen, te denken aan efficiëntie, maar ik wil ten minste ook geregeld reflecteren over onze keuzes, voorzichtigheid in acht nemen, naar betrokkenen gaan luisteren en ruimte maken voor tegenspraak. Tegensprekelijkheid is een waarde voor wie het aandurft, omdat ze rijkdom creëert. Ook de kerk moet niet de indruk geven dat ze alles al weet.’’
In zorg verbonden
“Aanwezigheid zie ik als zich openstellen, naar mensen toegaan. Van daaruit kan dan verbondenheid ontstaan, of engagement. Ons ziekenhuis ‘Psychiatrisch Centrum Caritas’ koos met recht en reden voor ‘In zorg verbonden’ als baseline bij zijn logo. Maar die verbondenheid vraagt moed, want het is niet evident naar de zwakken toe te gaan en met hen verbonden te blijven. Het is veel makkelijker om ze uit te sluiten, zoals nu al te vaak gebeurt. We blijven vluchtelingen in de marge duwen, ook al lijkt onze politiek duidelijk en menselijk. Dat doen we ook met armen, terwijl we net vernemen dat 10 procent van de Belgische kinderen in armoede leeft. En psychiatrische patiënten hebben nog steeds veel last van blijvende vooroordelen. Die kwetsbaarheid aandurven, is dus een opgave, voor velen. In de zorgsector is het voor ons als hulpverlener zaak niet in de val van de macht te trappen en de kwetsbare mens tot een patiënt te beperken. We willen hen vanuit evenwaardigheid en wederkerigheid benaderen. Daartoe helpt het besef van eigen zwakheid, ook als leidinggevende’’
“Franciscus inspireert mij en mijn vrouw al langer: we zijn al vijf keer naar Assisi getrokken en zijn regelmatige bezoekers van het monasterium Zonnelied in Oostende. Ik probeer te leven vanuit een wijsheidsspreuk van Franciscus: ‘Gelukkig de mens die zijn naaste in al zijn broosheid draagt, zoals hij door hem gedragen zou willen worden.’ Dat vind ik een zeer zinvolle manier van in het leven staan.’’
Nabijheid
‘’Ik onderken daarin de kwetsbaarheid als centraal gegeven, in wederkerigheid. In onze branche, de psychiatrische zorg, ontmoeten we heel wat kwetsbaarheid. Maar wie gevoelig is, merkt die overal in de maatschappij. Voor de kerk lijkt me dat zo belangrijk: dat ze oog heeft voor mensen en zeker voor de mensen ‘in de periferie’, in de rand, zeg maar. Er is immers een heel grote vraag naar nabijheid en gemeenschap. Omgaan met kwetsbaarheid houdt vier facetten in: bescheidenheid, aanwezigheid, verbondenheid en moed. Bescheidenheid betekent dat ik besef en duidelijk maak dat ook ik zwak ben en niet alle antwoorden heb – ook niet als leidinggevende.
Uiteraard behoort het tot onze taak te organiseren, te regelen, te denken aan efficiëntie, maar ik wil ten minste ook geregeld reflecteren over onze keuzes, voorzichtigheid in acht nemen, naar betrokkenen gaan luisteren en ruimte maken voor tegenspraak. Tegensprekelijkheid is een waarde voor wie het aandurft, omdat ze rijkdom creëert. Ook de kerk moet niet de indruk geven dat ze alles al weet.’’
In zorg verbonden
“Aanwezigheid zie ik als zich openstellen, naar mensen toegaan. Van daaruit kan dan verbondenheid ontstaan, of engagement. Ons ziekenhuis ‘Psychiatrisch Centrum Caritas’ koos met recht en reden voor ‘In zorg verbonden’ als baseline bij zijn logo. Maar die verbondenheid vraagt moed, want het is niet evident naar de zwakken toe te gaan en met hen verbonden te blijven. Het is veel makkelijker om ze uit te sluiten, zoals nu al te vaak gebeurt. We blijven vluchtelingen in de marge duwen, ook al lijkt onze politiek duidelijk en menselijk. Dat doen we ook met armen, terwijl we net vernemen dat 10 procent van de Belgische kinderen in armoede leeft. En psychiatrische patiënten hebben nog steeds veel last van blijvende vooroordelen. Die kwetsbaarheid aandurven, is dus een opgave, voor velen. In de zorgsector is het voor ons als hulpverlener zaak niet in de val van de macht te trappen en de kwetsbare mens tot een patiënt te beperken. We willen hen vanuit evenwaardigheid en wederkerigheid benaderen. Daartoe helpt het besef van eigen zwakheid, ook als leidinggevende’’
Omgaan met kwetsbaarheid houdt vier facetten in: bescheidenheid, aanwezigheid, verbondenheid en moed. Bescheidenheid betekent dat ik besef en duidelijk maak dat ook ik zwak ben en niet alle antwoorden heb – ook niet als leidinggevende.
Wolf van Gubbio
Het is zeker ook de taak van de kerk zich door mensen te laten raken en zo bewogen te worden, in beweging te komen naar de anderen. De huidige paus blijkt helemaal die weg op te gaan: hij laat zien dat het anders kan en durft nabij te zijn. Als je goed kijkt, zie je dat ook in onze kerk, meestal in alle eenvoud, wanneer zowel jong als oud zich engageren in vrijwilligerswerk van allerlei aard. Daar blijkt trouwens dat goed doen, gratuit werken – werken om niet –, gelukkig maakt. In het concrete contact met elkaar ervaren mensen energie, heel zeker omdat het wezenlijke goede daar aan het licht komt. Is het niet typisch christelijk dat we het wezenlijk goede in mensen herkennen en tegelijk ook de wolf in onszelf ontwaren? Aan dat kwade in ons moeten we als het ware een hand geven, zoals Franciscus doet in het verhaal met de wolf van Gubbio: hij gaat het bloeddorstige beest opzoeken en sluit vrede met hem.
Diaken werd ik niet zomaar; die roeping overkwam me. Ik ging al jaren mijn weg in mijn werk en in de lokale kerk, en daarom riepen mensen me op dat engagement in kerkverband te beleven. Ik duwde dat een tijdlang weg, maar op een bepaald ogenblik gaf ik me eraan over. Ik probeer alleen teken te zijn, in alle bescheidenheid, naast al die anderen die in hun doen en laten veel meer diaken zijn dan ik. Ik probeer in mijn roeping vooral te verbinden en te inspireren, niet te klerikaal, vanuit de opdracht die Jezus zelf voorleefde: hij toonde een nieuwe wereld. Daarvan vind ik in de kerk iets terug, ondanks de vele moeilijkheden en stormen waar ze doorheen gaat. Voor mij is ze een gemeenschap die wordt geboren uit de ervaring en het besef dat je vóór alles graag gezien bent. Dat brengt telkens weer de hele dynamiek teweeg van de goddelijke liefde: van graag gezien worden en graag zien. Daarin toont de Geest van God zich aan het werk.
Energie
Het is niet evident diaconale verantwoordelijkheid te dragen naast die voor mijn gezin en mijn werk, maar het laat mij niet los. De wijding zelf heeft me daarin gesterkt, in velerlei opzicht. Het was een ‘boost’ van energie omringd door zovelen de zending te krijgen. Ik werd bevestigd in mijn opdracht verbindingen te zoeken tussen centrum en periferie, mensen uit de rand naar het centrum toe te halen. En het was een extra appel om mijn gebedsleven ernstig te nemen. Ik neem elke dag weer het Woord in mij op; verkondig met mijn leven door voor te gaan en zeker evenzeer door als mens teken te zijn van dragen en gedragen worden in zwakheid. Want christen zijn is zich laten raken en zelf ook aanraken, zich verbinden.”
‘Authenticiteit in liefde raakt mensen diep’
Jan Steel is gehuwd en vader van vier zonen. Hij werkte eerst als psychiatrisch verplegende, maar verdiepte zich daarna in ziekenhuiswetenschappen, gerontologie en HR-management. Hij heeft een leidinggevende functie in het Psychiatrisch Centrum Caritas in Melle. “Een ziekenhuis gesticht door de zusters van Liefde van Jezus en Maria, onder het motto Deus caritas est. In dat kader dachten we onlangs met medewerkers na over een engagementsverklaring voor leidinggevenden en voelden een diepe affiniteit met de slagzin van de zusters, omdat we hier een cultuur van warmte ervaren.” Steel onderkent bij velen een zoeken naar inspiratie. “Daarbij kan de kerk in alle bescheidenheid een plek zijn voor stilte en reflectie over de diepere waarden die ons bij het management en in het leiderschap kunnen bezielen”, meent hij. De diaken is niet bezorgd over de kerkverbondenheid van de jongeren: “De weg van het engagement spreekt hen zeker aan. De taak van christenen en de kerk bestaat erin mensen te raken door authentiek te zijn. Nabijheid laat niemand koud. Mensen worden geraakt door liefde.”
Het is zeker ook de taak van de kerk zich door mensen te laten raken en zo bewogen te worden, in beweging te komen naar de anderen. De huidige paus blijkt helemaal die weg op te gaan: hij laat zien dat het anders kan en durft nabij te zijn. Als je goed kijkt, zie je dat ook in onze kerk, meestal in alle eenvoud, wanneer zowel jong als oud zich engageren in vrijwilligerswerk van allerlei aard. Daar blijkt trouwens dat goed doen, gratuit werken – werken om niet –, gelukkig maakt. In het concrete contact met elkaar ervaren mensen energie, heel zeker omdat het wezenlijke goede daar aan het licht komt. Is het niet typisch christelijk dat we het wezenlijk goede in mensen herkennen en tegelijk ook de wolf in onszelf ontwaren? Aan dat kwade in ons moeten we als het ware een hand geven, zoals Franciscus doet in het verhaal met de wolf van Gubbio: hij gaat het bloeddorstige beest opzoeken en sluit vrede met hem.
Diaken werd ik niet zomaar; die roeping overkwam me. Ik ging al jaren mijn weg in mijn werk en in de lokale kerk, en daarom riepen mensen me op dat engagement in kerkverband te beleven. Ik duwde dat een tijdlang weg, maar op een bepaald ogenblik gaf ik me eraan over. Ik probeer alleen teken te zijn, in alle bescheidenheid, naast al die anderen die in hun doen en laten veel meer diaken zijn dan ik. Ik probeer in mijn roeping vooral te verbinden en te inspireren, niet te klerikaal, vanuit de opdracht die Jezus zelf voorleefde: hij toonde een nieuwe wereld. Daarvan vind ik in de kerk iets terug, ondanks de vele moeilijkheden en stormen waar ze doorheen gaat. Voor mij is ze een gemeenschap die wordt geboren uit de ervaring en het besef dat je vóór alles graag gezien bent. Dat brengt telkens weer de hele dynamiek teweeg van de goddelijke liefde: van graag gezien worden en graag zien. Daarin toont de Geest van God zich aan het werk.
Energie
Het is niet evident diaconale verantwoordelijkheid te dragen naast die voor mijn gezin en mijn werk, maar het laat mij niet los. De wijding zelf heeft me daarin gesterkt, in velerlei opzicht. Het was een ‘boost’ van energie omringd door zovelen de zending te krijgen. Ik werd bevestigd in mijn opdracht verbindingen te zoeken tussen centrum en periferie, mensen uit de rand naar het centrum toe te halen. En het was een extra appel om mijn gebedsleven ernstig te nemen. Ik neem elke dag weer het Woord in mij op; verkondig met mijn leven door voor te gaan en zeker evenzeer door als mens teken te zijn van dragen en gedragen worden in zwakheid. Want christen zijn is zich laten raken en zelf ook aanraken, zich verbinden.”
‘Authenticiteit in liefde raakt mensen diep’
Jan Steel is gehuwd en vader van vier zonen. Hij werkte eerst als psychiatrisch verplegende, maar verdiepte zich daarna in ziekenhuiswetenschappen, gerontologie en HR-management. Hij heeft een leidinggevende functie in het Psychiatrisch Centrum Caritas in Melle. “Een ziekenhuis gesticht door de zusters van Liefde van Jezus en Maria, onder het motto Deus caritas est. In dat kader dachten we onlangs met medewerkers na over een engagementsverklaring voor leidinggevenden en voelden een diepe affiniteit met de slagzin van de zusters, omdat we hier een cultuur van warmte ervaren.” Steel onderkent bij velen een zoeken naar inspiratie. “Daarbij kan de kerk in alle bescheidenheid een plek zijn voor stilte en reflectie over de diepere waarden die ons bij het management en in het leiderschap kunnen bezielen”, meent hij. De diaken is niet bezorgd over de kerkverbondenheid van de jongeren: “De weg van het engagement spreekt hen zeker aan. De taak van christenen en de kerk bestaat erin mensen te raken door authentiek te zijn. Nabijheid laat niemand koud. Mensen worden geraakt door liefde.”
Met toestemming van de redactie overgenomen uit Tertio, christelijke opinieweekblad, van 5 juni 2013.
Meer weten over Tertio: klik hier.
Meer weten over Tertio: klik hier.