Kerst bij Feminae Pacis
Advent en Kerst zijn mij dierbaar. Het feest van Gods menswording start eigenlijk al op 25 maart. In de kerk vieren we dan Maria-Boodschap, het hoogfeest ter gedachtenis van de aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria. Toen is het begonnen!
800 jaar geleden was daar Franciscus met zijn eerste kerststal in Greccio. Een mooie aanleiding om na te denken over de betekenis van die traditie met kerst. Wat betekent dat voor mij?
Op de eerste zondag van de advent plaats ik de eerste beeldjes van de grote kerstgroep in onze huiskapel. De os en de ezel staan daar als eerste, de tweede en derde zondag komen daar wat schaapjes bij, de vierde zondag Maria en Jozef en de dag voor Kerst de herders en andere beelden. Het Kind in de kribbe volgt na de nachtmis. Deze kerstgroep blijft de hele kersttijd staan. Na Driekoningen laat ik de heilige familie nog staan tot aan het feest van Maria Lichtmis, de Opdracht van de Heer in de tempel. |
Naast deze kerstgroep hebben we nog zo'n twintig kleinere groepen. We raken niet uitgekeken! Ik haal er, naast de grote groep nog twee uit.
Een zelfgemaakte van fimo klei. Een groep waarbij de herders gewone mensen zijn geworden met verschillende huidskleuren. Ik druk daarmee uit dat Jezus voor alle mensen gekomen is. En ook Franciscus van Assisi is er bij. Met naast hem de wolf van Gubbio. Dat verhaal uit de Fioretti over vrede sluiten met de wolf hoort voor mij bij Kerstmis. Wij mogen ons spiegelen in dat verhaal, het mag ons uitnodigen om vrede te sluiten met de grote en kleine wolfjes in ons eigen leven. Als dat gebeurt, dan gebeurt kerstmis opnieuw. De Vredevorst wil ook vandaag geboren worden. Gods menswording in Jezus Christus was ook in die zin een begin, niet een einde.
De laatste kerstgroep heeft jarenlang bij mijn moeder gestaan. Na haar overlijden dit jaar is ze onze kant op gekomen. Ik heb deze, ik weet niet meer precies hoe lang geleden, samen met haar gekocht. Het is een klein tafereel, uitgesneden uit een stuk hout. Mijn moeder was er door vertederd. Deze moest het worden! Wat mij in dit tafereel raakt is de gerichtheid van alles op het Kind in de kribbe. Ook de blik van de os, de ezel en de engeltjes. En de hand van Jozef op Maria die raakt mij ook. De gerichtheid op Jezus de Christus en de liefdevolle zorg voor de ander komen hier voor mij samen: God liefhebben en je naaste, of zoals de heilige Augustinus het ooit zei: God eren in elkaar.
Zo heeft iedere kerststal of kerstgroep een verhaal, waarin het verhaal van de geboorte van God wordt verbonden met het verhaal van mensen. Mijn kerststallen zijn geen levende kerststallen in de betekenis van het woord, en toch zijn ze het ook wel in de levende verhalen die er mee verbonden zijn.
Zr. Marianne van Haastrecht, Feminae pacis
Een zelfgemaakte van fimo klei. Een groep waarbij de herders gewone mensen zijn geworden met verschillende huidskleuren. Ik druk daarmee uit dat Jezus voor alle mensen gekomen is. En ook Franciscus van Assisi is er bij. Met naast hem de wolf van Gubbio. Dat verhaal uit de Fioretti over vrede sluiten met de wolf hoort voor mij bij Kerstmis. Wij mogen ons spiegelen in dat verhaal, het mag ons uitnodigen om vrede te sluiten met de grote en kleine wolfjes in ons eigen leven. Als dat gebeurt, dan gebeurt kerstmis opnieuw. De Vredevorst wil ook vandaag geboren worden. Gods menswording in Jezus Christus was ook in die zin een begin, niet een einde.
De laatste kerstgroep heeft jarenlang bij mijn moeder gestaan. Na haar overlijden dit jaar is ze onze kant op gekomen. Ik heb deze, ik weet niet meer precies hoe lang geleden, samen met haar gekocht. Het is een klein tafereel, uitgesneden uit een stuk hout. Mijn moeder was er door vertederd. Deze moest het worden! Wat mij in dit tafereel raakt is de gerichtheid van alles op het Kind in de kribbe. Ook de blik van de os, de ezel en de engeltjes. En de hand van Jozef op Maria die raakt mij ook. De gerichtheid op Jezus de Christus en de liefdevolle zorg voor de ander komen hier voor mij samen: God liefhebben en je naaste, of zoals de heilige Augustinus het ooit zei: God eren in elkaar.
Zo heeft iedere kerststal of kerstgroep een verhaal, waarin het verhaal van de geboorte van God wordt verbonden met het verhaal van mensen. Mijn kerststallen zijn geen levende kerststallen in de betekenis van het woord, en toch zijn ze het ook wel in de levende verhalen die er mee verbonden zijn.
Zr. Marianne van Haastrecht, Feminae pacis