Clara wordt in 1194 in Assisi geboren. Ze groeit in rijkdom op in een adellijke familie. Haar latere geschriften tonen dat ze een zeer goede opvoeding krijgt. Als haar stadsgenoot Franciscus zich bekeert en als arme en nederige dienaar van God door de straten van Assisi trekt, bereikt dit nieuws ook de jonge Clara. Zij zoekt contact met Franciscus. Waarschijnlijk helpen enkele van de eerste broeders hierbij. In de nacht van Palmzondag van 1212 vlucht Clara langs een achterpoortje in de tuin uit het ouderlijk huis. Ze wil leven zoals Franciscus.
Franciscus brengt haar naar een Benedictinessenklooster in de buurt. De familie van Clara probeert haar met geweld tot andere gedachten te brengen, maar dat is buiten de vasthoudendheid van Clara gerekend. Het monastieke leven van de volgelingen van Benedictus is niet wat Clara wil. Na enkele omzwervingen bij groepjes arme vrouwen in de buurt van Assisi, neemt Clara haar intrek in het opgelapte kloostertje van San Damiano.
Heel snel volgen vrouwen uit Assisi het voorbeeld van Clara. Ook haar
zus en later haar moeder kiezen ervoor om in uiterst armoedige
omstandigheden van het bescheiden kloostertje van San Damiano de Heer te
dienen. In haar Testament omschrijft Clara de levenswijze van de Arme
Zusters als: ‘wij waren broos en zwak naar het lichaam maar wij wezen
geen enkele ontbering, armoede, arbeid, verdrukking of onbeduidendheid,
noch verachting van de wereld af maar wij achtten die juist zeer
aantrekkelijk’.
In 1215 verordent het Concilie van Lateranen
dat alle nieuwe kloostergemeenschappen een bestaande regel moeten
volgen. Clara en haar zusters moeten de regel van Benedictus aannemen.
Dat zint Clara niet. Ze bekomt van de paus het ‘Privilege van de
Armoede’ waardoor zij het voorrecht verkrijgt zonder bezittingen te
mogen leven. Met tegenzin draagt Clara de titel van ‘abdis’. De zusters
blijven er zich in de getuigenverklaringen bij de heiligverklaring
over verwonderen dat zij als abdis de WC-stoelen van haar zusters
schoonmaakt, hen de voeten wast en arbeid verricht.
In
de beleving van de armoede gaat Clara heel ver. De zusters zijn
afhankelijk van wat de broeders voor hen bedelen. Clara wil de arme en
nederige Christus volgen. Ze eet nauwelijks. Franciscus moet haar
verplichten om elke dag een homp brood te eten. Ze put haar lichaam uit.
Ze wordt ziek en is jaren bedlegerig.
Het verhaal van Clara heeft ons vandaag nog zoveel te bieden dat het meer dan de moeite waard is om zich in haar spiritualiteit te verdiepen. Wij worden geroepen om ons pure zelf te worden: krachtige mensen die het mooie in zich ontwikkelen en iets kunnen uitstralen in een wereld.
Clara blijft ijveren voor een eigen regel. Zij beroept zich hierbij op het voorbeeld van Franciscus die in 1226 overleden is en heilig verklaard wordt. De kerkelijke instanties schrijven voor haar verschillende levensvormen. Met de beste bedoelingen proberen ze Clara ervan te overtuigen bezittingen aan te nemen en zo het armoedige en risicovolle bestaan van de arme zusters te kaderen in het bestaande religieuze leven. Clara zet door. Ze moet en zal leven naar het voorbeeld van Franciscus, haar steun en toeverlaat en grote voorbeeld. Op de dag voor haar overlijden in 1253 ontvangt Clara de bulle met de goedkeuring van haar regel.
Clara zingt op het einde van haar leven haar eigen Zonnelied: ‘Gij Heer, die mij geschapen hebt, wees gezegend’. Daarmee beaamt ze haar kwetsbaar en eindig leven als gave van de Allerhoogste.
Francine Demarsin
Clara voor ons vandaag
Clara is een vrouw die zichzelf durft tegenkomen in alle opzichten. Haar hart roept zo luid dat ze het zelfs op jonge leeftijd al besluit te volgen, tegen alle gebruiken van haar familie in. Vanuit het beschermde milieu van de stadsadel trok ze naar de rand van Assisi om daar in totale armoede te gaan leven. Armoede echter in de rijkste betekenis van het woord! De rijkdom van haar levensstijl, geïnspireerd door de blik van de opgestane Jezus aan het kruis van San Damiano, uitte zich op verschillende manieren. Clara was iemand die mensen de weg wees naar de krachtbron diep in zichzelf, oneindig als het heelal. Ze was zo krachtig dat ze zelfs kardinalen en pausen kon inspireren tot waar het in het leven om gaat: liefde. Liefde in alle opzichten: van het kleinste tot het grootste.
Zo wijst Clara in haar regel op onze menselijke kwetsbaarheid. Als ik alles alleen wil kunnen, leef ik in de illusie dat zoiets mogelijk is. Ik zie dan over het hoofd dat mijn hart noden heeft die ik zelf niet kan invullen. Ik heb jou en jou nodig. “De één zal de ander gerust haar nood kenbaar maken”, schrijft Clara. Elkaars hartsverlangens voorrang geven en tegelijk die van onszelf durven erkennen en communiceren, laat ons de liefde ervaren zoals ze bedoeld is. Door onze kwetsbaarheid toe te laten, worden we sterker en komen we echt in onze kracht.
Clara was zowel uiterlijk als innerlijk een hele mooie vrouw. Ze koos ervoor om naar binnen te keren en van daaruit in de wereld te staan. Ze ‘ont-wikkelde’ zich in verbondenheid met de goddelijke liefde die ze op ieder ogenblik bewust trachtte te ervaren, ook wanneer het moeilijk was. Ze ontwikkelde haar eenvoud als mens, haar gastvrijheid en mededogen voor anderen, haar trouw en doorzettings-vermogen. Dit alles in verbondenheid met de mensen om zich heen die zich spiegelden aan haar integriteit.
Het verhaal van Clara heeft ons vandaag nog zoveel te bieden dat het meer dan de moeite waard is om zich in haar spiritua-liteit te verdiepen. Niet dat wij plots Clara’s moeten zijn. Wij zijn op onze plek, waar wij ons leven vandaag leiden, geroepen om ons pure zelf te worden: krachtige mensen die het mooie in zich ontwikkelen en iets kunnen uitstralen in een wereld die beheerst wordt door prestatiedrang en onafhankelijkheidwaan.