pijnpunten
stigmata als littekens
van franciscus en van onszelf
Een dieptelezing door Willem Marie Speelman, directeur franciscaans studiecentrum
In dit 800ste jaar van de stigmatisatie van Franciscus, wil ik graag met jullie teruggaan naar het verhaal zoals het verteld wordt door drie broeders die met Franciscus optrokken. Ze getuigen hoe Franciscus vanaf zijn ontmoeting met het Kruisbeeld van San Damiano de wonden van Christus in zijn hart droeg en dat deze wondtekenen later op wonderbare wijze in zijn lichaam zouden verschijnen. (3Gez 13-14)
De stigmata van Franciscus zijn de wondtekenen van Christus, zoals ze in zijn handen, voeten en zijde verschenen, nadat een Serafijn hem in een visioen een man had getoond. Het is een wonder, dat vanaf het begin een punt van discussie is geweest, ook onder de eerste broeders. Vandaag de dag zullen de meeste mensen denken dat het een verzonnen en hoogstens mooi verhaal is. Maar dan benader je de stigmata als een probleem met twee mogelijke oplossingen: óf wel óf niet waar gebeurd. Ik wil de stigmata niet als probleem, maar als mysterie benaderen. Een mysterie vraagt niet om een oplossing, maar om aandacht en verbeelding, en trouw aan het verhaal. Het mysterie raakt ook ons, hier en nu.
De wonden in de handen, voeten en onder het hart van Franciscus staan symbool voor een onmiskenbare waarheid: er zullen gaten geslagen worden in hoe ook wij onszelf en de wereld zien. We denken te weten wat waar is en wat niet, maar de pijnlijke wonden zijn méér waar dan wij en onze zekerheden! Nadat Franciscus door de engel geconfronteerd was met het mysterie van zijn leven, voelde hij de pijn van de kruiswonden. Dit verhaal vraagt ons eigenlijk hoe wíj gewond zijn geraakt in confrontatie met het mysterie van ons leven.
In dit 800ste jaar van de stigmatisatie van Franciscus, wil ik graag met jullie teruggaan naar het verhaal zoals het verteld wordt door drie broeders die met Franciscus optrokken. Ze getuigen hoe Franciscus vanaf zijn ontmoeting met het Kruisbeeld van San Damiano de wonden van Christus in zijn hart droeg en dat deze wondtekenen later op wonderbare wijze in zijn lichaam zouden verschijnen. (3Gez 13-14)
De stigmata van Franciscus zijn de wondtekenen van Christus, zoals ze in zijn handen, voeten en zijde verschenen, nadat een Serafijn hem in een visioen een man had getoond. Het is een wonder, dat vanaf het begin een punt van discussie is geweest, ook onder de eerste broeders. Vandaag de dag zullen de meeste mensen denken dat het een verzonnen en hoogstens mooi verhaal is. Maar dan benader je de stigmata als een probleem met twee mogelijke oplossingen: óf wel óf niet waar gebeurd. Ik wil de stigmata niet als probleem, maar als mysterie benaderen. Een mysterie vraagt niet om een oplossing, maar om aandacht en verbeelding, en trouw aan het verhaal. Het mysterie raakt ook ons, hier en nu.
De wonden in de handen, voeten en onder het hart van Franciscus staan symbool voor een onmiskenbare waarheid: er zullen gaten geslagen worden in hoe ook wij onszelf en de wereld zien. We denken te weten wat waar is en wat niet, maar de pijnlijke wonden zijn méér waar dan wij en onze zekerheden! Nadat Franciscus door de engel geconfronteerd was met het mysterie van zijn leven, voelde hij de pijn van de kruiswonden. Dit verhaal vraagt ons eigenlijk hoe wíj gewond zijn geraakt in confrontatie met het mysterie van ons leven.
TERUG NAAR HET VERHAAL
Het verhaal van dit verschijnen, de stigmatisatie, zoals de drie gezellen van Franciscus het vertellen, wil ik samen met jullie lezen en kort becommentariëren. (3Gez 69)
1. Aankondiging
Vanaf de ontmoeting met het Kruisbeeld van San Damiano denkt Franciscus onafgebroken aan Christus: in een gloed van liefde en een durende herinnering aan Zijn lijden. Christus’ lijden raakt Franciscus, raakt hem steeds, zoals wonden die niet overgaan. Franciscus heeft twee indrukken die hij blijft voelen: die van liefde en smart. Volgens het getuigenis van de drie gezellen wilde de Heer zelf deze innerlijke gedachtenis aan Christus’ lijden naar buiten brengen: de indrukken uitdrukken zodat de wereld ze zou kunnen zien. Of de wereld ze kán en wíl zien, dat is nog open.
Franciscus wordt een ‘man Gods’ genoemd. Nog tijdens zijn leven eert en onderscheidt Hij de Heer. Het gaat dus om een geheim van de Heer, dat Franciscus onder geen enkele voorwaarde bekend wil maken. Stigmata zijn, hoe pijnlijk ook, eretekens, en het is essentieel dat je je die niet zelf op spelt.
De woorden waarmee Franciscus hier beschreven wordt zijn voorafbeeldingen van de verschijning: de ‘man’ van God is de gestalte die de Serafijn zal tonen, het ‘brandend’ van verlangen verwijst naar het branden van de Serafijn (saraph betekent branden), en dat hij ‘gelijkvormig aan Hem’ is zal terugkomen in zijn ‘zeer duidelijk’ lijken op Jezus Christus.
In de aankondiging is het verhaal al bijna verteld. a) De Heer zal iets van Franciscus zichtbaar maken voor de wereld: de uitdrukking van de liefde en de smart die hij voortdurend voelt na zijn ontmoeting met de gekruisigde Christus; b) Door een wonder zal de Heer aan de wereld laten zien dat Franciscus echt een man Gods is, c) Wat de Heer zal laten zien is de binnenkant van Franciscus zelf: een brandende liefde als ware hij een Serafijn, en meer nog, een mens gelijkvormig aan Christus zelf.
2. Het verhaal
De tijdsaanduiding wijst op Franciscus’ naderende dood, en op een liturgisch feest waarop de kerk denkt aan het kruis van Christus. Franciscus bevindt zich op de berg La Verna en is in zijn gebed volledig gericht op de goddelijke werkelijkheid.
Het beeld van de Serafijn met de zes vleugels komt uit Jesaja 6,2. Twee koren van Serafijnen vliegen boven God, gezeten op zijn troon, en roepen elkaar toe: ‘Heilig, heilig, heilig, de God van de legerscharen; heel de aarde is vol van zijn heerlijkheid.’ Dat Franciscus door een Serafijn bezocht wordt, plaatst hem dus meteen op de positie van een de grootste profeten. Maar in dit verhaal zegt de Serafijn helemaal niets. Hij vertoont een man, in het Latijn staat er letterlijk dragend de gestalte van de allermooiste, gekruisigde mens. En die mens wordt aan Franciscus getoond.
Dat de Serafijn niets zegt, en de betekenis van wat hij toont voor Franciscus onduidelijk blijft, rijmt met andere ontmoetingen van Franciscus. De melaatse zegt ook niets. Het kruisbeeld van San Damiano zegt wel iets maar dat begrijpt Franciscus niet. En ook in zijn ontmoeting met de sultan is het niet duidelijk wat die twee aan elkaar gezegd hebben. Telkens doet de ontmoeting echter iets met Franciscus, iets dat vervolgens zijn sporen nalaat in zijn leven en werken. Het gaat er niet om te begrijpen wat er is gezegd of gebeurd, maar om te bevestigen dat de ontmoeting iets met je doet.
Wie de mens is die de Serafijn toont, laat het verhaal uitdrukkelijk in het midden. Er wordt in dit verhaal gesuggereerd dat de engel Franciscus zelf laat zien, als ‘allermooiste gekruisigde.’ In de aankondiging van dit verhaal werd al duidelijk gemaakt dat Franciscus alles wat hier aan hem verschijnt al in zich had. De man die ‘zeer duidelijk lijkt op Jezus Christus’ is ook de man die ‘gelijkvormig is aan Hem.’ Zijn houding wordt beschreven als een gebaar: ‘de gestalte van een gekruisigde’ houdt ‘zijn handen en voeten uitgestrekt in de vorm van een kruis.’ De man is dus iemand die Christus in alles navolgt, tot en met het gebaar zijn kruisiging. Maar het verhaal zegt niet dat het Franciscus was en houdt dus geheim wie die ‘gestalte van een zeer mooie, gekruisigde mens’ is. Het kan ook jij zelf zijn! Dan toont de engel jou als allermooiste, gekruisigde: als een spiegel die je mooi maakt.
3. Uitwerking
De stigmatisatie van Franciscus vertelt ons van de werking van het mysterie in ons leven. God bevestigt onze ontmoeting met het mysterie: niet alleen doet zij iets met ons, maar ook worden onze indrukken vervolgens zichtbaar. Ze worden zichtbaar in de sporen die de ontmoeting achterlaat in ons lichaam en in ons doen en laten. Zo onderscheidt God de mens die door Hem geraakt is: door datgene wat in het hart van die mens gebeurt naar buiten te brengen. Verwondingen zijn tekens, eretekens! Maar, ik zeg het nog eens, als je daarmee te koop gaat lopen, dan vervluchtigd de eer.
Dit artikel verscheen eerder in Handdruk (maart 2024).
1. Aankondiging
- a. De Heer zelf heeft de gloed van Franciscus’ liefde en de onafgebroken herinnering aan Christus’ lijden - waarmee hij in zijn hart voortdurend bezig was - voor heel de wereld zichtbaar willen maken.
Vanaf de ontmoeting met het Kruisbeeld van San Damiano denkt Franciscus onafgebroken aan Christus: in een gloed van liefde en een durende herinnering aan Zijn lijden. Christus’ lijden raakt Franciscus, raakt hem steeds, zoals wonden die niet overgaan. Franciscus heeft twee indrukken die hij blijft voelen: die van liefde en smart. Volgens het getuigenis van de drie gezellen wilde de Heer zelf deze innerlijke gedachtenis aan Christus’ lijden naar buiten brengen: de indrukken uitdrukken zodat de wereld ze zou kunnen zien. Of de wereld ze kán en wíl zien, dat is nog open.
- b. Door een uitzonderlijk voorrecht en een wonderbare uitverkiezing heeft hij de man Gods nog tijdens zijn leven op aarde op wondere wijze geëerd en onderscheiden.
Franciscus wordt een ‘man Gods’ genoemd. Nog tijdens zijn leven eert en onderscheidt Hij de Heer. Het gaat dus om een geheim van de Heer, dat Franciscus onder geen enkele voorwaarde bekend wil maken. Stigmata zijn, hoe pijnlijk ook, eretekens, en het is essentieel dat je je die niet zelf op spelt.
- c. In de tijd dat dit gebeurde, ging de man Gods, in zijn brandend verlangen als dat van een Serafijn, steeds meer op in God en werd hij ook steeds meer, wegsmeltend in een diep doorleefd medelijden, gelijkvormig aan Hem die in een overmaat van liefde aan het kruis geslagen heeft willen worden.
De woorden waarmee Franciscus hier beschreven wordt zijn voorafbeeldingen van de verschijning: de ‘man’ van God is de gestalte die de Serafijn zal tonen, het ‘brandend’ van verlangen verwijst naar het branden van de Serafijn (saraph betekent branden), en dat hij ‘gelijkvormig aan Hem’ is zal terugkomen in zijn ‘zeer duidelijk’ lijken op Jezus Christus.
In de aankondiging is het verhaal al bijna verteld. a) De Heer zal iets van Franciscus zichtbaar maken voor de wereld: de uitdrukking van de liefde en de smart die hij voortdurend voelt na zijn ontmoeting met de gekruisigde Christus; b) Door een wonder zal de Heer aan de wereld laten zien dat Franciscus echt een man Gods is, c) Wat de Heer zal laten zien is de binnenkant van Franciscus zelf: een brandende liefde als ware hij een Serafijn, en meer nog, een mens gelijkvormig aan Christus zelf.
2. Het verhaal
- a. Twee jaar voor zijn sterven was hij op een morgen omstreeks het feest van Kruisverheffing op de flank van de berg La Verna in diep gebed verzonken.
De tijdsaanduiding wijst op Franciscus’ naderende dood, en op een liturgisch feest waarop de kerk denkt aan het kruis van Christus. Franciscus bevindt zich op de berg La Verna en is in zijn gebed volledig gericht op de goddelijke werkelijkheid.
- b. Opeens verscheen hem een Serafijn met zes vleugels en, tussen die vleugels, vertoonde de Serafijn de gestalte van een zeer schone, gekruisigde man, die zijn handen en voeten uitgestrekt hield in de vorm van een kruis - en zeer duidelijk geleek op onze Heer Jezus Christus.
Het beeld van de Serafijn met de zes vleugels komt uit Jesaja 6,2. Twee koren van Serafijnen vliegen boven God, gezeten op zijn troon, en roepen elkaar toe: ‘Heilig, heilig, heilig, de God van de legerscharen; heel de aarde is vol van zijn heerlijkheid.’ Dat Franciscus door een Serafijn bezocht wordt, plaatst hem dus meteen op de positie van een de grootste profeten. Maar in dit verhaal zegt de Serafijn helemaal niets. Hij vertoont een man, in het Latijn staat er letterlijk dragend de gestalte van de allermooiste, gekruisigde mens. En die mens wordt aan Franciscus getoond.
Dat de Serafijn niets zegt, en de betekenis van wat hij toont voor Franciscus onduidelijk blijft, rijmt met andere ontmoetingen van Franciscus. De melaatse zegt ook niets. Het kruisbeeld van San Damiano zegt wel iets maar dat begrijpt Franciscus niet. En ook in zijn ontmoeting met de sultan is het niet duidelijk wat die twee aan elkaar gezegd hebben. Telkens doet de ontmoeting echter iets met Franciscus, iets dat vervolgens zijn sporen nalaat in zijn leven en werken. Het gaat er niet om te begrijpen wat er is gezegd of gebeurd, maar om te bevestigen dat de ontmoeting iets met je doet.
Wie de mens is die de Serafijn toont, laat het verhaal uitdrukkelijk in het midden. Er wordt in dit verhaal gesuggereerd dat de engel Franciscus zelf laat zien, als ‘allermooiste gekruisigde.’ In de aankondiging van dit verhaal werd al duidelijk gemaakt dat Franciscus alles wat hier aan hem verschijnt al in zich had. De man die ‘zeer duidelijk lijkt op Jezus Christus’ is ook de man die ‘gelijkvormig is aan Hem.’ Zijn houding wordt beschreven als een gebaar: ‘de gestalte van een gekruisigde’ houdt ‘zijn handen en voeten uitgestrekt in de vorm van een kruis.’ De man is dus iemand die Christus in alles navolgt, tot en met het gebaar zijn kruisiging. Maar het verhaal zegt niet dat het Franciscus was en houdt dus geheim wie die ‘gestalte van een zeer mooie, gekruisigde mens’ is. Het kan ook jij zelf zijn! Dan toont de engel jou als allermooiste, gekruisigde: als een spiegel die je mooi maakt.
- c. Met twee vleugels verhulde de Serafijn het hoofd, met twee andere bedekte hij de rest van het lichaam tot aan de voeten en de beide overige vleugels hield hij uitgestrekt als wilde hij gaan vliegen.
3. Uitwerking
- a. Toen de verschijning weer verdween, bleef er in Franciscus’ ziel een wonderbare liefdesgloed achter; maar nog wonderbaarlijker was dat er in zijn lichaam duidelijke indrukken te zien waren van de wondtekenen van de Heer Jezus Christus.
- b. Tot aan zijn dood heeft de man Gods zijn uiterste best gedaan ze zo goed mogelijk te verbergen, want onder geen voorwaarde wilde hij dat het geheim van de Heer bekend werd.
De stigmatisatie van Franciscus vertelt ons van de werking van het mysterie in ons leven. God bevestigt onze ontmoeting met het mysterie: niet alleen doet zij iets met ons, maar ook worden onze indrukken vervolgens zichtbaar. Ze worden zichtbaar in de sporen die de ontmoeting achterlaat in ons lichaam en in ons doen en laten. Zo onderscheidt God de mens die door Hem geraakt is: door datgene wat in het hart van die mens gebeurt naar buiten te brengen. Verwondingen zijn tekens, eretekens! Maar, ik zeg het nog eens, als je daarmee te koop gaat lopen, dan vervluchtigd de eer.
- c. Maar helemaal verbergen kon hij ze niet en hij heeft niet kunnen voorkomen dat althans zijn vertrouwde gezellen er kennis van hebben gekregen.
Dit artikel verscheen eerder in Handdruk (maart 2024).
pijnpunten_-_stigmata_of_littekens.pdf | |
File Size: | 167 kb |
File Type: |