|
Wijsheidsspreuk 18Gelukkig de mens die zijn naaste in diens broosheid draagt zoals hij door hem wil gedragen worden , als hij in een soortgelijke situatie verkeert. Wijsheidsspreuk 24Gelukkig de dienaar die zijn broeder evenveel liefheeft wanneer die ziek is en hem dus niets kan terugdoen, als wanneer hij gezond is en hem wel iets kan terugdoen. |
Brief aan Broeder Leo
Broeder Leo,
je broeder Franciscus wenst je heil en vrede. Zo zeg ik je, mijn zoon, als moeder: alles wat wij onderweg besproken hebben, regel ik beknopt in deze uitspraak en ik geef je de raad - en je hoeft om raad niet naar mij toe te komen, want ik geef je deze raad ‑ : als je een of andere manier beter vindt om aan de Heer God te behagen en zijn voetspoor en armoede te volgen, doe dat dan met de zegen van de Heer God en in gehoorzaamheid aan mij. En als het voor je ziel noodzakelijk is en je voor een andere bemoediging opnieuw naar mij wilt komen, kom dan. |
Een fragment uit het Testament Van Franciscus
De Heer heeft mij, broeder Franciscus, op de volgende manier het begin gegeven van een boetvaardig leven: toen ik in zonden leefde, leek het me te bitter om melaatsen te zien en de Heer zelf heeft mij tussen hen gebracht en ik heb hun barmhartigheid bewezen. En toen ik bij hen wegging, was wat me bitter leek voor mij veranderd in zoetheid naar ziel en lichaam; en ik was er daarna nog een tijdje vol van en heb de wereld verlaten.
Vrede aan dit huis!Met jullie mond verkondigen jullie de vrede.
Zorg ervoor dat ze in nog hogere mate leeft in jullie hart, opdat niemand door jullie tot toorn en ergernis wordt uitgedaagd, opdat integendeel allen door jullie vrede en zachtmoedigheid tot vrede en welwillendheid worden uitgenodigd. Wij zijn immers geroepen om gekwetsten te verzorgen, om gewonden te verbinden en dwalenden uit te nodigen. (Uit 'Het Begin', 38c) Ik raad mijn broeders aan, ik vermaan
en spoor hen aan in de Heer Jezus Christus om, terwijl zij door de wereld gaan, niet te twisten en te bekvechten of anderen te oordelen. Maar zij moeten mild, vredelievend en bescheiden zijn, vriendelijk en nederig en met iedereen respectvol praten zoals dat hoort. In welk huis zij ook binnengaan, is hun eerste woord: ‘Vrede aan dit huis.’ (2 RegMB 3,10-11.13) |
Alle teksten (met uitzondering van sommige gebruikt in afbeeldingen) zijn afkomstig van de Nederlandse vertaling van de geschriften van Franciscus gemaakt door G. P. Freeman, H. Bisschops, B. Corveleyn, J. Hoebrichts, A. Jansen (Uitgeverij Gottmer, Haarlem, 2004)