Terugblik MEDITATIEVE DAGERAADSTOCHT Testelt
Stilte: muziek of oorsuis?
Onlangs stapten we met een groepje van vijf door de Testeltse en Averboodse nacht. Langs de Demerbroeken, omheen de Vijvers, door Averbode-Heide, over de Weefberg en tegen de ochtend via de Voortberg terug naar het station van Testelt, ons startpunt van de avond voordien.
Vermoedelijk heeft ieder van ons de nachtelijke stilte op een andere manier beleefd. Ik heb er alleszins van genoten, maar ook een beetje getwijfeld. Genoten omdat we meteen werden binnengezogen zonder dat we eerst een verbale inleiding of uitwisseling moesten ondergaan. Alhoewel dat zeker zinvol en inspirerend zou kunnen geweest zijn. Een beetje twijfel omdat het plekje waar we de zonsopgang ondergingen toch niet zo een ideaal uitzicht bood en omdat voor mij het uur vooraf op die open grasplek eerder langdurig wachten dan wel mediteren was. En dat laatste was wel degelijk goed. Vragen als ‘wat doe ik hier eigenlijk’ leidt tot verveling. Of is het omgekeerd? Meditatie behoeft geen verwachtingen. We hoeven niet tot ‘inzichten’ of tot ‘rust’ te komen. Het is gewoon laten komen wat komt, ja zelfs verveling. Tijdens dat uur niets doen, en niet praten op de Voortberg waren we getuigen van de geboorte van de dag. De eerste vogelgeluiden die we hoorden waren die van hanen. Het was nog echt donker. En toen een uur later de zon zich door de bomen priemde hadden alle vogels hun dagelijkse bezigheden aangevat.
Zuster maan
Onze wandeling - van naar ik schat een 22tal kilometer - hadden we rustig vlotjes afgelegd. De volle maan was de ganse nacht onze gids. In het begin bewonderde zij ons door de kruinen. Tegen de ochtend ruimde zij bescheiden plaats voor haar grote broer zon. We hebben geen afscheid genomen. Toen ze rond middernacht nog vrij laag stond, scheen ze ons zelfs wat in de ogen. Ze heeft toch niet kunnen beletten dat we in een dicht bos tastend onze weg langs een modderpoel moesten zoeken. Een half uur later spreidde ze haar zilveren licht over de open heidevlakte. Misschien zijn we er iets te snel door gelopen?
Onlangs stapten we met een groepje van vijf door de Testeltse en Averboodse nacht. Langs de Demerbroeken, omheen de Vijvers, door Averbode-Heide, over de Weefberg en tegen de ochtend via de Voortberg terug naar het station van Testelt, ons startpunt van de avond voordien.
Vermoedelijk heeft ieder van ons de nachtelijke stilte op een andere manier beleefd. Ik heb er alleszins van genoten, maar ook een beetje getwijfeld. Genoten omdat we meteen werden binnengezogen zonder dat we eerst een verbale inleiding of uitwisseling moesten ondergaan. Alhoewel dat zeker zinvol en inspirerend zou kunnen geweest zijn. Een beetje twijfel omdat het plekje waar we de zonsopgang ondergingen toch niet zo een ideaal uitzicht bood en omdat voor mij het uur vooraf op die open grasplek eerder langdurig wachten dan wel mediteren was. En dat laatste was wel degelijk goed. Vragen als ‘wat doe ik hier eigenlijk’ leidt tot verveling. Of is het omgekeerd? Meditatie behoeft geen verwachtingen. We hoeven niet tot ‘inzichten’ of tot ‘rust’ te komen. Het is gewoon laten komen wat komt, ja zelfs verveling. Tijdens dat uur niets doen, en niet praten op de Voortberg waren we getuigen van de geboorte van de dag. De eerste vogelgeluiden die we hoorden waren die van hanen. Het was nog echt donker. En toen een uur later de zon zich door de bomen priemde hadden alle vogels hun dagelijkse bezigheden aangevat.
Zuster maan
Onze wandeling - van naar ik schat een 22tal kilometer - hadden we rustig vlotjes afgelegd. De volle maan was de ganse nacht onze gids. In het begin bewonderde zij ons door de kruinen. Tegen de ochtend ruimde zij bescheiden plaats voor haar grote broer zon. We hebben geen afscheid genomen. Toen ze rond middernacht nog vrij laag stond, scheen ze ons zelfs wat in de ogen. Ze heeft toch niet kunnen beletten dat we in een dicht bos tastend onze weg langs een modderpoel moesten zoeken. Een half uur later spreidde ze haar zilveren licht over de open heidevlakte. Misschien zijn we er iets te snel door gelopen?
Het uur voor het ontwaken van de vogels blijkt de nacht op zijn stilst.
We hoorden slechts onze eigen voetstappen.
Zuster wind
Net voor het aanbreken van de ochtend - rond een uur of vier werd het windstil en dus ook wat vochtig. Het uur voor het ontwaken van de vogels blijkt de nacht op zijn stilst. We hoorden slechts onze eigen voetstappen. Voordien was er behoorlijk wat wind. Die had het wolkendek van de voorbije dag netjes opgeruimd om ons een heerlijk open nachthemel te gunnen. Ik realiseerde me dat de wind in mastentoppen anders klinkt dan in een loofbos. De wind in de dennenbomen boezemde me zelfs wat angst in. De loofbossen klonken milder. Maar dat kan ook doordat we ons ondertussen vertrouwd hadden laten maken door de wind.
Broeder water
Veel water hebben we niet gezien. Omdat het donker was, jazeker. Maar ook omdat we de Demer niet moesten oversteken. Toch hebben we spiegelende vennen mogen zien. Zacht gekwaak verraadden de nabijheid van wadden. We dachten eerst aan nachtzwaluwen die in dit gebied actief zouden zijn, maar we besloten na overleg dat het allicht kikkers waren. Het water was voor het eerste deel van de nacht: de Demerbroeken, langsheen de omheining van De Vijvers en de vennen aan de Bierhoef.
Buurman nacht
Een nachtwandeling zonder zaklampen is bijna automatisch een meditatiewandeling. We kunnen minder op onze ogen vertrouwen en geven alle aandacht aan het gevoel onder onze voeten. Onze ogen nemen minder beelden waar, maar moeten schaduwen interpreteren. Onze aandacht gaat helemaal naar het stappen en is veel minder geneigd om zich over te geven aan allerhande gedachten. We zijn niet bezig met de dag van gisteren of de dag die morgen zal komen.
Broeder zon
We twijfelden om de zonsopgang vanuit een vogelkijkhut of vanop de Voortberg te zullen gade slaan. We kozen voor de berg alhoewel ook daar de bomen ons geen wijds uitzicht boden. Vorig jaar eindigden we onze nachtwandeling aan de Maagdentoren in Zichem. Dat was een betere keuze, bedenk ik me nu zo BTW (by the way). Ook nu viel me op dat de dag eigenlijk al behoorlijk is ingezet als de zon zich echt laat zien. Zijn licht is er eerder dan hijzelf. Je wéét dat hij zal komen. Zijn gloed kondigt hem bovendien ruim op voorhand aan. En toch verrast hij me telkens. Het moment dat ik hem in de ogen mag kijken (of hij in de mijne) duurt maar heel kort. We mochten getuige zijn van de geboorte van de dag.
Neef bakker
De wandeling eindigde -nog steeds in sereniteit- in het dorp Testelt. De bakker was net open. Een fris uit de veren klant groette ons welgemutst: ‘goedemorgen! Wandelingetje gemaakt?’ WandelingeTJE, ja zeg!
Net voor het aanbreken van de ochtend - rond een uur of vier werd het windstil en dus ook wat vochtig. Het uur voor het ontwaken van de vogels blijkt de nacht op zijn stilst. We hoorden slechts onze eigen voetstappen. Voordien was er behoorlijk wat wind. Die had het wolkendek van de voorbije dag netjes opgeruimd om ons een heerlijk open nachthemel te gunnen. Ik realiseerde me dat de wind in mastentoppen anders klinkt dan in een loofbos. De wind in de dennenbomen boezemde me zelfs wat angst in. De loofbossen klonken milder. Maar dat kan ook doordat we ons ondertussen vertrouwd hadden laten maken door de wind.
Broeder water
Veel water hebben we niet gezien. Omdat het donker was, jazeker. Maar ook omdat we de Demer niet moesten oversteken. Toch hebben we spiegelende vennen mogen zien. Zacht gekwaak verraadden de nabijheid van wadden. We dachten eerst aan nachtzwaluwen die in dit gebied actief zouden zijn, maar we besloten na overleg dat het allicht kikkers waren. Het water was voor het eerste deel van de nacht: de Demerbroeken, langsheen de omheining van De Vijvers en de vennen aan de Bierhoef.
Buurman nacht
Een nachtwandeling zonder zaklampen is bijna automatisch een meditatiewandeling. We kunnen minder op onze ogen vertrouwen en geven alle aandacht aan het gevoel onder onze voeten. Onze ogen nemen minder beelden waar, maar moeten schaduwen interpreteren. Onze aandacht gaat helemaal naar het stappen en is veel minder geneigd om zich over te geven aan allerhande gedachten. We zijn niet bezig met de dag van gisteren of de dag die morgen zal komen.
Broeder zon
We twijfelden om de zonsopgang vanuit een vogelkijkhut of vanop de Voortberg te zullen gade slaan. We kozen voor de berg alhoewel ook daar de bomen ons geen wijds uitzicht boden. Vorig jaar eindigden we onze nachtwandeling aan de Maagdentoren in Zichem. Dat was een betere keuze, bedenk ik me nu zo BTW (by the way). Ook nu viel me op dat de dag eigenlijk al behoorlijk is ingezet als de zon zich echt laat zien. Zijn licht is er eerder dan hijzelf. Je wéét dat hij zal komen. Zijn gloed kondigt hem bovendien ruim op voorhand aan. En toch verrast hij me telkens. Het moment dat ik hem in de ogen mag kijken (of hij in de mijne) duurt maar heel kort. We mochten getuige zijn van de geboorte van de dag.
Neef bakker
De wandeling eindigde -nog steeds in sereniteit- in het dorp Testelt. De bakker was net open. Een fris uit de veren klant groette ons welgemutst: ‘goedemorgen! Wandelingetje gemaakt?’ WandelingeTJE, ja zeg!
De stilte is niet geluidloos.
De stilte is anders al stappend of stilstaand.
De stilte klinkt anders in open veld of in een bos.
De stilte van deze nacht liet me geen kans voor oorsuizen.
Vriend stilte
De stilte is niet geluidloos. De stilte is anders al stappend of stilstaand. De stilte klinkt anders in open veld of in een bos. Een enkele keer stapten we door bewoond gebied. Ook de zondagse nachtstilte tussen de huizen was zegenend. De stilte van deze nacht liet me geen kans voor oorsuizen. Mijn vriend, ja.
Dank aan de medewandelaars voor hun (stille) glimlach.
Geert
De stilte is niet geluidloos. De stilte is anders al stappend of stilstaand. De stilte klinkt anders in open veld of in een bos. Een enkele keer stapten we door bewoond gebied. Ook de zondagse nachtstilte tussen de huizen was zegenend. De stilte van deze nacht liet me geen kans voor oorsuizen. Mijn vriend, ja.
Dank aan de medewandelaars voor hun (stille) glimlach.
Geert