Op zaterdag 23 juli vertrokken 40 deelnemers samen met een ploeg van 12 teamleden op tocht: van de pittoreske kluizenarij La Romita tot Assisi: zo’n 200 km stappen door 'Franciscanië'. Hieronder laten we twee deelnemers - Etienne en Brecht - aan het woord. Hun boeiende verhalen over hoe zij de tocht hebben ervaren, vullen we aan met sprekende foto’s.
La Romita di Cesi
Al bij al geraken we vlot aan onze eerste bestemming: La Romita di Cesi in de uithoek van het Italiaanse Lazio. Samen met mijn groepsgenoten worden we vriendelijk onthaald door de gastheer: Frate Bernardino, een 75-jarige Franciscaanse pater die een eeuwenoude ruïne wist om te toveren tot een idyllisch kloostertje op 800 meter boven de zeespiegel. De man schrikt niet terug van een spontane zangstonde, Franciscaans vuurwerk of om op dansende wijze samen met zijn drie witte labradors de menigte te wekken omstreeks 6 uur in de ochtend. [...] De zaken verlopen hier simpel en eenvoudig, simpel en eenvoudig op authentieke wijze. Op deze plaats [...] worden we als toerist omgedoopt tot ware pelgrim door het primitieve sanitair te leren gebruiken, de uitnodiging van de eerste bezinningen en dagthemavragen, het eten uit een gammel en de kennismaking met het Franciscaans plat. Ofwel staat hier de wereld op zijn kop, ofwel word ik hier 180° omgedraaid en met mijn voeten weer op de grond (recht)gezet... (Brecht) |
Greccio - Fonte Colombo - Poggio Bustone
Onderweg mijmeren we over vragen die cirkelen rond de thema’s ‘broosheid’, ‘kwetsbaarheid’ en ‘eenzaamheid’. Hoe ga ik om met mijn eigen eindigheid? Laat ik toe dat anderen mij dragen of weer ik hen liever af? Streef ik in alles de perfectie na of is iets minder dan dat ook goed? Opnieuw en steeds weer krijg ik onderweg van tochtgenoten verhalen te horen waarin zij zich zeer kwetsbaar opstellen. Vanuit andere stapgroepen krijg ik dezelfde geluiden te horen. Op zeer korte tijd is er in deze groep van meer dan veertig mensen een groot vertrouwen gegroeid. In het boek ‘Homme et femme il les fit’ van Jean Vanier las ik ooit: “Il n’y a rien de plus beau sur la terre que des personnes qui ont confiance les unes dans les autres.” Wat een voorrecht om dat hier te mogen meemaken! (Etienne) |
Vooraan liggen er enkele stenen. Het is de bedoeling om op een steen een woord te schrijven dat symbool staat voor de last die we de laatste tijd meezeulen. De last waar we misschien liever niet over spreken omdat deze onze mond wel eens zou durven openscheuren. Of de last waar we vooral niemand anders mee willen belasten uit schaamte, medelijden, angst of trots. Vervolgens wikkelen we de steen in een doekje en verzegelen we deze zodat niemand ziet wat erop geschreven staat. En dan gebeurt het... Een koude rilling kruipt over mijn rug wanneer we uitgenodigd worden om als we dat willen de steen door te geven aan een ander. Wil ik dat wel? [...] Ik kijk vlug rondom mij, op zoek naar de persoon met de sterkste schouders. (Brecht)
We beginnen de dag hoe dan ook samen met een korte, steile klim naar de Sacro Speco of Heilige Grot, door de plaatselijke bevolking ook wel ‘grot van eenzaamheid’ genoemd. Op deze plaats trok Franciscus zich vaak terug om te bidden. ‘Speco’ is etymologisch verwant aan het woord ‘specchio’, ‘spiegel’. Zowel in de stille afzondering van een grot of spelonk als in een spiegelbeeld word je frontaal geconfronteerd met jezelf. Maar even goed kan de grot een symbool zijn van de moederschoot of een intiem contact uitlokken met zuster of moeder aarde. En vanzelfsprekend is het een begenadigde plek om er te bidden en jezelf helemaal toe te vertrouwen aan de Stilte die allen draagt en alle antwoorden in zich bergt. (Etienne) Ferentillo - Monte Fionchi - SpoletoDe tocht biedt ons grandioze uitzichten; hoe hoger we klimmen, hoe adembenemender ze worden. Niet voor niets focust het dagthema op de schoonheid van moeder Aarde en onze verhouding tot haar. In het tochtboek tref ik een wondermooi boomgedicht aan van Hans Andreus, dat ik al jaren koester: |
Trevi - Spello - Monte Subasio - Assisi
Ondertussen stapelen de verhalen over Franciscus zich op. In Spoleto, Trevi en Spello wordt er verteld over Franciscus’ stoute jaren, jeugddromen en diens ontluikende heilige leven. Deze vertellingen worden afgewisseld met historische informatie over de Carthager Hannibal Barkas met zijn olifanten en die van de wandelaars zelf. Het is opvallend hoe het leven van Franciscus verweven wordt met onze beleving van de tocht. Het ligt er zo vingerdik op, dat ik de organisatie durft te verdenken van enig opgezet spel. Op gestructureerde wijze komen specifieke levensvragen en ervaringen aan bod. De onvoorspelbaarheid gaat over naar voorspelbaarheid. Dat de wegen kronkelig zijn en het liefst zo hard mogelijk stijgen of dalen, spreekt voor zich. Dat is nu eenmaal Franciscaans plat. Dat we elkaars eten en drinken dragen, dat we bij elkaar terecht kunnen met onze problemen, spreekt voor zich. We hebben immers niets dan elkaar. Elkaar en de natuur. (Brecht)
Er bevindt zich op de top een diepe krater, overblijfsel van een gedoofde vulkaan. Hij is nu geheel dichtgegroeid met gras. Na een kort, gemeenschappelijk gebedsmoment kan al wie dat wil de steen die hij of zij op de derde stapdag met viltstift heeft beschreven, en die een lieve tochtgenoot een week lang voor hem of haar heeft meegedragen, in het oog van de krater achterlaten. Hij wordt daar toevertrouwd aan de Grote Barmhartige en aan Sint-Franciscus en zijn broeders, die hier zo vaak hebben gebeden. Zelf laat ik mijn steen hier niet achter. Het mooie gebaar dat mij wordt voorgesteld komt me voor als het verdoezelen van een wonde die meer behoeft dan een staptocht naar Assisi om ten gronde gekust en gereinigd te worden. De steen zal dan ook meereizen huiswaarts. Niettemin heb ik nergens eerder op deze tocht Franciscus zo dichtbij gevoeld. Ik laat me bewust wat afzakken van de rest en leg de laatste meters op weg naar de top in eenzaamheid af om biddend met Franciscus in gesprek te treden. Ik vertrouw hem mijn zielenleed toe en laat de vervulling van mijn wensen aan zijn wijsheid over. Ik heb het gevoel dat mijn woorden niet in de leegte verdwijnen. (Etienne) |
Vandaag is het 6 augustus. Dat is niet alleen de herdenkingsdag van de eerste atoombom ooit die mensen naar elkaar toe hebben gesmeten. Het is ook het feest van de Gedaanteverandering van de Heer. Wij hebben allen op deze reis onze eigen private Taborervaring gehad. Niemand is naar huis teruggekeerd in de gedaante waaronder hij of zij eraan is begonnen. De tocht heeft ons allemaal veranderd. Ze zal iedereen aan de ribben blijven plakken, hoe dan ook. En de meesten zijn daar absoluut niet rouwig om! Dank u, broeder Franciscus, voor het licht dat u in onze harten hebt laten schijnen! Bid voor ons, opdat wij het niet laten uitdoven en het op onze beurt zouden doorgeven aan anderen! (Etienne)
Het hele tochtverslag van Etienne vind je terug op zijn blog:
https://etienneschrijftvanzichaf.blogspot.be/2016/08/my-own-private-cammino.html Het artikel van Brecht Nuyts verscheen in http://sobrietas.info/ De Weg, jaargang 40 nr. 1 |