Bij de minderbroeders in megen ...

Vanaf half maart is het leven hier in ons klooster in Megen (Noord Brabant) ingrijpend veranderd. We zijn hier nu met zeven broeders. Ons dagritme is wel hetzelfde gebleven – en dat is een goed houvast – maar de deelname daaraan is wel heel anders geworden. Als broeders zijn we nu veel meer thuis dan in normale tijden. Want normaal zijn meerderen van ons regelmatig weg voor activiteiten en bijeenkomsten elders. Er zijn daarentegen nu geen gasten en ook vrijwillige medewerkers blijven thuis. Dat maakt het heel rustig in huis.
We nemen ook binnenshuis de gevraagde afstand zoveel mogelijk in acht. Om die reden hebben we bijvoorbeeld de refter een beetje omgebouwd, waardoor we nu aan een zeer grote tafel zitten. Werkzaamheden doen we nu vooral van huis uit met de telefoon of per internet/email. Ook vergaderen we per digitale videoconferentie.
Het weggaan beperkt zich tot het hoogst noodzakelijke. Wie wel heel regelmatig op pad gaat is medebroeder Benedetto, die half december begonnen is met een opleiding in de thuiszorg. Hij wordt nu gelijk in het diepe gegooid. Het is intens werken, maar hij kan veel voor mensen betekenen, juist nu.
Meerderen van ons maken nu vaker een wandeling in de prachtige omgeving, om even beweging te hebben en frisse buitenlucht in te ademen. Voor mij ook een oefening voor de staptocht naar Assisi van aanstaande zomer, als die tenminste doorgaat. Het prachtige voorjaar met de ontluikende natuur en broeder zon die flink zijn best doet maakt wandelen heel aangenaam. En er wordt duidelijk meer gelezen.
Twee medebroeders hier hebben in de afgelopen tijd last gehad van griepverschijnselen, die natuurlijk in deze periode tot extra voorzichtigheid aanleiding geven, want zou het zo zijn dat zij …..??? Zij bleven op hun kamer en beiden zijn na een dag of tien weer hersteld en functioneren weer gewoon mee.
De vieringen in de kloosterkerk op weekdagen en op zondag gaan door, maar zonder deelname van mensen van buiten. Dat was ook zo in de Goede Week en Pasen. Dat was wel heel vreemd en onwerkelijk. We hoorden wel van mensen dat zij zich van op afstand verbondenheid wisten en dat was ook omgekeerd het geval.
Via email hebben we een bericht gestuurd aan alle mensen met wie we op een of andere manier verbonden zijn, om hen te informeren over de situatie en ook over de momenten van vieren in die periode.
Door deze omstandigheden hebben we de Goede Week en Pasen wel intensief met elkaar doorgemaakt. Anders zijn er in die dagen altijd meerdere broeders naar kerken en kloosters in de omtrek om daar te assisteren. Nu gebeurde dat alleen bij enkele vieringen van de Clarissen. Daardoor was er veel gelegenheid om in rust en aandacht deze dagen door te maken.
We sloten ons in deze weken ook aan bij enkele initiatieven om op bepaalde tijden de klokken te luiden om zo onze betrokkenheid te uiten bij wat er nu gaande is en zo een sfeer van verbondenheid te scheppen. Je kunt het ook verstaan als een roep om hulp, een noodkreet.
Deze periode valt er veel stil. Je kunt het louter zien als een akelige periode, die we met elkaar moeten zien door te komen. Maar het kan ook een tijd zijn om te ontdekken wat nu echt belangrijk is in het leven, wat je echt nodig hebt? Ik ben blij met verschillende vormen van digitale communicatie, zoals de eerder genoemde videoconferentie. Daar kunnen we ook in de toekomst best nog wel eens gebruik van maken. Maar ik mis nu al de persoonlijke contacten tijdens en rondom bijeenkomsten. We hebben elkaars fysieke nabijheid nodig.
In de huidige situatie zoeken we meer contact met elkaar, ook buiten het eigen kleine kringetje. Daar is nu aandacht en ruimte voor. Dat doet goed en mag behouden blijven. En het vaak jachtige leven, met allerlei bezigheden en uitjes mag ook wel wat getemperd worden. Niet alles wat kan, hoeft. Deze tijd biedt ieder gelegenheid om zich bewust te worden wat je echt nodig hebt, wat belangrijk is voor jezelf en voor anderen. Het streven zou dan voor mij ook niet dienen te zijn om zo snel mogelijk weer op het oude niveau te komen, zoals het was. Maar om te leren van de ervaringen en inzichten die we nu opdoen.
Theo van Adrichem ofm