Op voettocht als pelgrimsspiritualiteit
Een hommage aan haar Vlaamse bezieler
Jos Van Dooren
De voorbije 50 jaar hebben meer dan 1.000 Vlamingen en ook enkele Nederlanders als tochtgenoten deelgenomen aan de bekende "voettocht" naar Assisi. Deze zomer overleed minderbroeder Jos Van Dooren, “the founding father” van deze pelgrimstochten. Padre Barbarossa en padre Giuseppe waren zijn bijnamen in Italië. Een hommage aan een man die zovele pelgrims inspireerde en inleidde in de Franciscaanse spiritualiteit.
De voettocht is een tweejaarlijkse traditie sinds 1976, de 750e verjaardag van het overlijden van Sint-Franciscus. De eerste editie was een heroïsche onderneming. Men kende zoiets helemaal niet: voettocht? Overnachten met 60 in kluizenarijen? In open lucht slapen? Dat heeft de eerste keer veel uitleg en overredingskracht gevergd in Italië. Sindsdien stappen pelgrims in de even jaren tijdens 14 zomerse dagen zo'n 250 km doorheen het immens mooie kader van het prachtige en bergachtige Midden-Italië, doorheen de regio's Lazio en Umbrië. Vanuit de vallei van Terni, doorheen de Riëti-vallei en de vallei van Spoleto gaat het richting Assisi.
|
Franciscus van Assisi is er nooit ver weg. Niet voor niets kreeg die streek de bijnaam 'Franciscanië'. Pelgrims klimmen op de tocht over bergen, kronkelen door valleien en slenteren in pittoreske stadjes. Ze verdwijnen in vergezichten, dalen af in grotten, drinken uit bronnetjes, genieten van natuur en tochtgenoten. Onderweg op de pelgrimstocht komen ze voorbij prachtige eeuwenoude kloostertjes die hen gastvrij onderdak bieden. Franciscus van Assisi is de leidraad voor de tocht. Vanuit zijn geest dompelen we ons onder in de eenvoud en het sobere leven. We logeren vaak in open lucht onder de beschutting van de sterren en worden wakker met het eerste licht. We ervaren daarbij gastvrijheid in een duizend-sterren openluchthotel en in de kleine kloostertjes of geïsoleerde dorpjes die Franciscus zo lief waren. Plaatsen waar - zoals Jos zei - ‘alles rijk was aan armoede’.
Op het ritme van het stappen, de hartslag van een mensenleven, in het leven in volle eenvoud en zich lavend aan de ontmoetingen met Franciscus, groeien pelgrims gaande weg naar elkaar toe. In 2 weken worden ze van een verzameling onbekenden een groep pelgrimerende tochtgenoten. Dit opnieuw geboren worden als mens en in groep is een van de boeiendste ervaringen tijdens de tocht.
Pater Jos was een meester in het ontplooien en aanbieden van deze vorm van pelgrimsspiritualiteit. Zijn bevlogen verhalen, zijn gulle lach en zijn eenvoud nodigden uit om je ten volle te geven aan het pelgrimsgebeuren, dat telkens opnieuw deelnemers overviel en inspireerde. Een ervaring die menigeen deftig door elkaar schudde en een andere kijk gaf op het leven en op de bron van het leven. Jos gaf het pelgrimeren een andere dimensie: vol eenvoud van leven, maar overvloedig overgoten met kennis, literatuur, poëzie en zang. En als het moest: doorgespoeld met een slokje Italiaanse wijn. Want eenvoud was voor Jos een zegen, maar geen opgave. Alles wat een minderbroeder aangeboden wordt, mag hij nuttigen en ook dat ervaarde men in vele aspecten op tocht. Gastvrijheid en af en toe zelfs Bourgondisch ontvangen worden, was Jos niet vreemd. De Italianen die Jos doorheen de jaren leerde kennen langs de weg, droegen hun padre Giuseppe in het hart.
Uit de tochten ontstonden in dezelfde geest ook de maandelijkse wandelingen in Vlaanderen en ook nog een extra lange en stevige voettocht vanuit Firenze naar Assisi langs de Franciscaanse plekken in die regio. Pater Jos gaf uiteindelijk in 2014 - op de 20e editie van zijn geliefde voettocht - de fakkel van deze tocht door aan TAU. Vanuit dezelfde begeestering en spiritualiteit worden de tochten nu verder gezet. Net dit coronajaar, wanneer voor de eerste keer een editie geannuleerd moest worden, stierf pater Jos aan een agressieve kanker en ging hij zijn laatste eigen ‘voettocht’. Maar zijn geest leeft verder in dit inspirerend gebeuren.
Zin om de komende jaren eens aan deze pelgrimstocht deel te nemen? Klik hier voor meer info.
Op het ritme van het stappen, de hartslag van een mensenleven, in het leven in volle eenvoud en zich lavend aan de ontmoetingen met Franciscus, groeien pelgrims gaande weg naar elkaar toe. In 2 weken worden ze van een verzameling onbekenden een groep pelgrimerende tochtgenoten. Dit opnieuw geboren worden als mens en in groep is een van de boeiendste ervaringen tijdens de tocht.
Pater Jos was een meester in het ontplooien en aanbieden van deze vorm van pelgrimsspiritualiteit. Zijn bevlogen verhalen, zijn gulle lach en zijn eenvoud nodigden uit om je ten volle te geven aan het pelgrimsgebeuren, dat telkens opnieuw deelnemers overviel en inspireerde. Een ervaring die menigeen deftig door elkaar schudde en een andere kijk gaf op het leven en op de bron van het leven. Jos gaf het pelgrimeren een andere dimensie: vol eenvoud van leven, maar overvloedig overgoten met kennis, literatuur, poëzie en zang. En als het moest: doorgespoeld met een slokje Italiaanse wijn. Want eenvoud was voor Jos een zegen, maar geen opgave. Alles wat een minderbroeder aangeboden wordt, mag hij nuttigen en ook dat ervaarde men in vele aspecten op tocht. Gastvrijheid en af en toe zelfs Bourgondisch ontvangen worden, was Jos niet vreemd. De Italianen die Jos doorheen de jaren leerde kennen langs de weg, droegen hun padre Giuseppe in het hart.
Uit de tochten ontstonden in dezelfde geest ook de maandelijkse wandelingen in Vlaanderen en ook nog een extra lange en stevige voettocht vanuit Firenze naar Assisi langs de Franciscaanse plekken in die regio. Pater Jos gaf uiteindelijk in 2014 - op de 20e editie van zijn geliefde voettocht - de fakkel van deze tocht door aan TAU. Vanuit dezelfde begeestering en spiritualiteit worden de tochten nu verder gezet. Net dit coronajaar, wanneer voor de eerste keer een editie geannuleerd moest worden, stierf pater Jos aan een agressieve kanker en ging hij zijn laatste eigen ‘voettocht’. Maar zijn geest leeft verder in dit inspirerend gebeuren.
Zin om de komende jaren eens aan deze pelgrimstocht deel te nemen? Klik hier voor meer info.
jos, een mensen-mens
een getuigenis van Katrien Vanhoutte
Graag neem ik u mee naar juli 2010 toen ik zelf deelnam aan mijn eerste pelgrimstocht, net 19 jaar geworden. Op de eerste dag zouden we ‘inlopen’ om te wennen aan de temperatuur. We vertrokken toen vanuit Sacro Speco di San Urbano. Een prachtige plek, te meer door de ligging tegen de bergflank. Jos vertelde er over het pandhof van ieder klooster en wees op het feit dat in deze Sacro Speco het pandhof niet ingesloten is, maar een prachtig zicht heeft op de vallei. “De wereld is mijn klooster” moet Franciscus destijds gezegd hebben want hij huisde overal en nergens en nog liefst van al in grotten in de schoot van moeder aarde. Een grot als spiegel, een wereld als klooster, de harmonie van je terugtrekken, bidden en de wereld ingaan.
Dag 1 op tocht en meteen zoveel stof om over na te denken. Jos vertelde het vol passie en hij heeft het zich ook verinnerlijkt. Jos’ klooster was ook de wereld. Jos’ medebroeders en -zusters waren allen die de wereld bewoonden. Jos’ eenvoud en tegelijk hartelijkheid in de omgang met mensen sierde hem en raakte velen. Niet toevallig dat we op het einde van de stapdag terug aankomen in Stroncone, daar waar padre Pacifico zat en Catharina Visser in haar boek uit volle borst zong “De steppe zal bloeien”.
|
Jos werd door Herman Vos (Senso Unico, ISBN 906307951-6, Uitgeverij de Roerdomp, n.a.v de 10de voettocht) omschreven als ‘de onvermoeibare minderbroeder-organisator’. Hij organiseerde, stak er enorm veel voorbereidend werk in, maar ter plaatse deed hij alsof hij alles uit zijn mouw schudde. Voor Jos leek geen moeite te veel om de tocht tot zijn recht te laten komen. Je zag het ook aan het voettochtboekje waarin hij zoveel teksten en wetenswaardigheden verzamelde. De ene al mysterieuzer dan de andere. Een profiel in hoogtemeters ontnam of gaf je moed tijdens de wandeling. Ik herinner me nog goed dat ik eens uitgeput vroeg. “Jos, is het nog ver?” En het antwoord was: “achter de bocht is het ergste door”. Welke bocht en wat ik moest verstaan onder minder erg, is me nog steeds een vraag. Je bent dan ook niet op tocht om zulke vragen te stellen. Neen, Jos liet de ruimte voor diepere vragen. Fysiek even wat dieper gaan blijkt een goede weg daarnaartoe. Het schept ook een verbondenheid met de tochtgenoten die niet te beschrijven is.
Kijk even naar deze foto. Jos met de handen op de rug in een rustige tred, de Subasio beklimmend. Ik, wederom uitgeput, zocht een ritme om niet steeds op mijn adem te trappen en de top te halen. In Jos’ voetsporen gebeurde een van de vele bijzondere ervaringen op tocht. Gedaan met denken en verlangend naar boven kijken wanneer die top er nu eindelijk eens is. Stap voor stap, rustig, Jos zijn tempo volgend. Een soort trance oversteeg de vermoeidheid en niets bestond er nog naast Jos’ hielen. Pas achteraf als ik naar de foto’s keek van de andere tochtgenoten, zag ik dat er een hele sliert was gevormd. Er waren nog mensen die aangehaakt hadden in Jos’ voetsporen. Lees dit maar zowel letterlijk als figuurlijk. Hoe kan je zoveel voor anderen betekenen terwijl je met de handen op de rug een berg opstapt? Jos kon het, eenvoudig en zonder woorden.
Misschien kan ik wel een boekje vullen met verhalen over Jos en de tocht. Kom je me tegen, ik vertel je er graag over. Laat ons toch niet alles op papier zetten, maar vooral bewaren in de plooien van het hart. Als ik kon, ik zou Jos nogmaals willen bedanken voor alle wijsheid, alle eenvoud, alle mooie en gezellige momenten, voor de lach en de traan. In tussentijd wens ik u graag, zoals Jos steeds deed, vrede en alle goeds toe en laat ik u even proeven van de tocht aan de hand van dit gedicht van Herman Vos:
Jij hebt mijn brood gebroken
en ik jouw brood...
Niets opvallends
was daaraan, toen niet.
Het was ons aller brood
en niets was echt van mij
en niets was echt van jou.
En uit dezelfde kruik
hebben wij gedronken
daar was niets opvallends aan
het was hetzelfde water
uit dezelfde kruik.
En iemand
heeft de wijn gezegend
en het brood...
opvallend was
dat wij zo onopvallend
één konden zijn.
Herman Vos, El Camino
(Enkele maanden voor de dood van Herman Vos waren enkele oud-tochtgenoten bij elkaar in Chevetogne. We vroegen Herman: ‘Herman, lees eens het gedicht voor dat jij het mooiste vindt.’ Zonder aarzelen nam hij dit gedicht en hij begon het voor te lezen.)
Kijk even naar deze foto. Jos met de handen op de rug in een rustige tred, de Subasio beklimmend. Ik, wederom uitgeput, zocht een ritme om niet steeds op mijn adem te trappen en de top te halen. In Jos’ voetsporen gebeurde een van de vele bijzondere ervaringen op tocht. Gedaan met denken en verlangend naar boven kijken wanneer die top er nu eindelijk eens is. Stap voor stap, rustig, Jos zijn tempo volgend. Een soort trance oversteeg de vermoeidheid en niets bestond er nog naast Jos’ hielen. Pas achteraf als ik naar de foto’s keek van de andere tochtgenoten, zag ik dat er een hele sliert was gevormd. Er waren nog mensen die aangehaakt hadden in Jos’ voetsporen. Lees dit maar zowel letterlijk als figuurlijk. Hoe kan je zoveel voor anderen betekenen terwijl je met de handen op de rug een berg opstapt? Jos kon het, eenvoudig en zonder woorden.
Misschien kan ik wel een boekje vullen met verhalen over Jos en de tocht. Kom je me tegen, ik vertel je er graag over. Laat ons toch niet alles op papier zetten, maar vooral bewaren in de plooien van het hart. Als ik kon, ik zou Jos nogmaals willen bedanken voor alle wijsheid, alle eenvoud, alle mooie en gezellige momenten, voor de lach en de traan. In tussentijd wens ik u graag, zoals Jos steeds deed, vrede en alle goeds toe en laat ik u even proeven van de tocht aan de hand van dit gedicht van Herman Vos:
Jij hebt mijn brood gebroken
en ik jouw brood...
Niets opvallends
was daaraan, toen niet.
Het was ons aller brood
en niets was echt van mij
en niets was echt van jou.
En uit dezelfde kruik
hebben wij gedronken
daar was niets opvallends aan
het was hetzelfde water
uit dezelfde kruik.
En iemand
heeft de wijn gezegend
en het brood...
opvallend was
dat wij zo onopvallend
één konden zijn.
Herman Vos, El Camino
(Enkele maanden voor de dood van Herman Vos waren enkele oud-tochtgenoten bij elkaar in Chevetogne. We vroegen Herman: ‘Herman, lees eens het gedicht voor dat jij het mooiste vindt.’ Zonder aarzelen nam hij dit gedicht en hij begon het voor te lezen.)