Coronahuisarrest
Het is stil. Coronatijd. De zon is overvloedig gul is met licht dat een mens de ellende zou vergeten. Ik blijf in mijn kot. Meestal toch. Gelukkig is het me gegeven te kunnen fietsen. De wind voelen, mensen zien. Met buren sta ik op veilige afstand, een praatje te maken. De wereld lijkt vriendelijker geworden. De buurvrouw heeft mooie aronskelken in haar veranda. Ik krijg er zes. Een vriendschapsgave. Een andere buurvrouw belt me op. Ik ben toch niet ziek? Een kaartje van iemand die aan me denkt. De spirea in de tuin staat met uitbundige pracht te bloeien. Ik voel grote dankbaarheid om het leven dat me nu, ook in coronatijd, gegeven is.
Mijn stem blijft soms een dag ongebruikt. Maar meer dan ooit voel ik me verbonden. Met familie en vrienden, met zorgverleners en slachtoffers, met daklozen en vluchtelingen, met mensen in de vluchtelingenkampen vooral. Ik noem al die situaties in mijn gedachten en vraag Zegen. Want ook met Hem voel ik me verbonden. Hij is Lucht. In heel deze onwezenlijke coronatoestand waait Gods Geest krachtig. Neen, Hij bespaart ons het leed niet. In zoveel mensen maakt Hij ongeziene inzet, kennis, uithouding, aandacht, zorg, liefde …mogelijk om het hoofd te bieden aan deze crisis.
Mijn stem blijft soms een dag ongebruikt. Maar meer dan ooit voel ik me verbonden. Met familie en vrienden, met zorgverleners en slachtoffers, met daklozen en vluchtelingen, met mensen in de vluchtelingenkampen vooral. Ik noem al die situaties in mijn gedachten en vraag Zegen. Want ook met Hem voel ik me verbonden. Hij is Lucht. In heel deze onwezenlijke coronatoestand waait Gods Geest krachtig. Neen, Hij bespaart ons het leed niet. In zoveel mensen maakt Hij ongeziene inzet, kennis, uithouding, aandacht, zorg, liefde …mogelijk om het hoofd te bieden aan deze crisis.
‘Het is zoals het is’ hoor ik mezelf denkenen zeggen. ‘Diegene eet van de kennis van het goede die zijn wil als zijn eigendom beschouwt’ zegt Franciscus in zijn tweede wijsheidsspreuk. Ik denk daar vaak aan als ik toch de neiging krijg om te klagen om wat niet kan. Het niet anders willen dan het is, geeft vrijheid. Ik herken dezelfde kracht in de woorden die Franciscus aan Clara en haar zusters schrijft: ‘leef steeds in de waarheid, opdat gij zult sterven in de gehoorzaamheid’. Gehoorzamen aan de realiteit is niet altijd gemakkelijk. Ik zou veel anders willen. Zolang ik stil blijf staan bij wat ik zou willen, heb ik geen oog voor de kansen die de realiteit mij biedt.
‘Staan in de waarheid’ is toch ook dat ik mijn teleurstelling voel om alles wat niet kan. Mijn ongeduld om toch uit deze maatschappelijke gevangenis te breken, mijn onmacht om zoveel dat er mis gaat in de mondiale samenleving. Ik voel hoe ik behoefte heb aan echt contact, met ogen die elkaar kruisen, een hand, een zoen. Het is er niet. Het is niet anders.
Ik ben ook bang, ja. Ik ben bang en dat toegeven hoort ook tot ‘in de waarheid staan’. Ik durf mijn angst al wel eens te verbloemen onder de maatschappelijke verantwoordelijkheid dat ik de zorg niet mag belasten, maar ik moet ook toegeven: ik ben bang om ziek te worden, ik ben bang om in het ziekenhuis terecht te komen. Ik ben bang voor pijn, ik ben bang voor afhankelijkheid, ik ben bang voor de dood.
Mijn geliefde kruis van San Damiano toont mij hoe donker en licht samen horen. Er is veel donkerte in deze tijd. Eenzaamheid, vervreemding, ziekte en dood. Maar wie goed naar het kruis kijkt, ziet ook gemeenschap, vrede, licht en leven. En helemaal bovenaan is er de zegenende hand van de Allerhoogste. Die zal ons nooit loslaten. Hoe donker ook, die zegen IS er. Zoals Hij er ook IS.
Ik hoor: wat is de zomer waard als we niet op vakantie kunnen gaan of van één of ander festival kunnen genieten. Erg vind ik dat. Alsof de waarde van ons leven afhangt van vakantie of festivals. Of van shoppen. Of van reizen. Of van feesten. Of van… Zijn we echt zo vervreemd dat we niet meer kunnen genieten van al het schoons dat ons gratis geleverd wordt in bloeiende bomen, warme dagen, schitterende zonsondergang, rust en stilte om ons heen? Wat hebben we echt nodig om in ons leven vervulling te ervaren? We worden met onze onechte vervulling geconfronteerd, met dank aan de coronacrisis. De armoede van deze tijd brengt ons bij wat we echt nodig hebben. Eten en drinken, verbinding met mensen, solidariteit en zorg voor elkaar. Broeder- en zusterschap in eenvoud. Ik hoop dat we ons dat zullen herinneren als de crisis voorbij is en we nieuwe wegen moeten zoeken om ons maatschappelijk bestel opnieuw in te richten.
Coronahuisarrest, individueel en maatschappelijk, is wellicht een uitgelezen kans om ons te bekeren tot de essentie van het leven. Om onze diepe menselijke kwetsbaarheid te voelen. We zijn kwetsbare en sterfelijke mensen. Dat is onze realiteit, dat is onze waarheid. Het is niet anders. En het is goed zo.
Francine Demarsin
‘Staan in de waarheid’ is toch ook dat ik mijn teleurstelling voel om alles wat niet kan. Mijn ongeduld om toch uit deze maatschappelijke gevangenis te breken, mijn onmacht om zoveel dat er mis gaat in de mondiale samenleving. Ik voel hoe ik behoefte heb aan echt contact, met ogen die elkaar kruisen, een hand, een zoen. Het is er niet. Het is niet anders.
Ik ben ook bang, ja. Ik ben bang en dat toegeven hoort ook tot ‘in de waarheid staan’. Ik durf mijn angst al wel eens te verbloemen onder de maatschappelijke verantwoordelijkheid dat ik de zorg niet mag belasten, maar ik moet ook toegeven: ik ben bang om ziek te worden, ik ben bang om in het ziekenhuis terecht te komen. Ik ben bang voor pijn, ik ben bang voor afhankelijkheid, ik ben bang voor de dood.
Mijn geliefde kruis van San Damiano toont mij hoe donker en licht samen horen. Er is veel donkerte in deze tijd. Eenzaamheid, vervreemding, ziekte en dood. Maar wie goed naar het kruis kijkt, ziet ook gemeenschap, vrede, licht en leven. En helemaal bovenaan is er de zegenende hand van de Allerhoogste. Die zal ons nooit loslaten. Hoe donker ook, die zegen IS er. Zoals Hij er ook IS.
Ik hoor: wat is de zomer waard als we niet op vakantie kunnen gaan of van één of ander festival kunnen genieten. Erg vind ik dat. Alsof de waarde van ons leven afhangt van vakantie of festivals. Of van shoppen. Of van reizen. Of van feesten. Of van… Zijn we echt zo vervreemd dat we niet meer kunnen genieten van al het schoons dat ons gratis geleverd wordt in bloeiende bomen, warme dagen, schitterende zonsondergang, rust en stilte om ons heen? Wat hebben we echt nodig om in ons leven vervulling te ervaren? We worden met onze onechte vervulling geconfronteerd, met dank aan de coronacrisis. De armoede van deze tijd brengt ons bij wat we echt nodig hebben. Eten en drinken, verbinding met mensen, solidariteit en zorg voor elkaar. Broeder- en zusterschap in eenvoud. Ik hoop dat we ons dat zullen herinneren als de crisis voorbij is en we nieuwe wegen moeten zoeken om ons maatschappelijk bestel opnieuw in te richten.
Coronahuisarrest, individueel en maatschappelijk, is wellicht een uitgelezen kans om ons te bekeren tot de essentie van het leven. Om onze diepe menselijke kwetsbaarheid te voelen. We zijn kwetsbare en sterfelijke mensen. Dat is onze realiteit, dat is onze waarheid. Het is niet anders. En het is goed zo.
Francine Demarsin